Het Rijksarchief te Doornik, de genealogische vereniging van Belgisch Henegouwen (afdeling Doornik) en het genootschap Geneanouzeaut organiseren op 13 en 14 april 2019 een genealogiebeurs. Het thema dit jaar? Brouwerijen en brouwers.
“Samenwerking – en meer nog internationale samenwerking – is een groot goed, op alle vlakken”: zo verwelkomde algemeen rijksarchivaris Karel Velle op 18 maart 2019 de meer dan 100 aanwezigen op de ‘kick-off meeting’ van het Time Machine-project, een pan-Europees initiatief dat dingt naar het statuut van ‘Flagship’ project van de Europese Commissie.

Vele binnen- en buitenlandse televisiezenders bieden momenteel programma’s aan over kunst- en antiekhandel en veilingen: een hot item. De archieven van veilinghuizen en kunst- en antiekhandelaars daarentegen halen zelden de media, hoewel ze voor kunsthistorisch en historisch onderzoek en voor kunstliefhebbers in het algemeen bijzonder waardevol zijn. Het voormalige Antwerpse veilinghuis Van Herck is hiervan een mooi voorbeeld.

Voor het derde jaar op rij organiseert het Rijksarchief te Eupen een Collection Day. Heb je nog oude kranten, foto’s, brieven of andere documenten uit de regio Eupen met historische waarde en wil je die schenken of ter beschikking stellen van geschiedkundigen, onderzoekers, studenten, enz. zodat ze bewaard blijven voor toekomstig historisch of genealogisch onderzoek? Afspraak nu zaterdag 30 maart 2019 tussen 9.00u en 12.00u in het Rijksarchief te Eupen!
Als afsluiter van de tentoonstelling “Het ei of de dakpan?” Pater Dominique Pire, Nobelprijswinnaar voor de Vrede, organiseert het Rijksarchief te Namen op vrijdag 29 maart (13.00u - 16.00u) een ontmoetings- en netwerkingsnamiddag rond de figuur van pater Pire. Wees welkom!
SODA blikt terug op een eerste succesvol overleg met de Belgische universiteiten op maandag 25 februari 2019 in Brussel. Alle Belgische universiteiten, bij monde van de rectoren verantwoordelijk voor onderzoek, waren door BELSPO uitgenodigd op een informatieve vergadering over het SODA-project.

Tijdens deze Vrouwenweek (4 - 8 maart 2019) richten we onze spots op ‘vergeten vrouwen’ uit de geschiedenis. Elke dag een nieuw verhaal, met dank aan Joke Verfaillie en Annelies Somers, onze archivarissen in het Rijksarchief te Gent.
1. Elisabeth Van Duyse (1670-1748), “vroede vrouw”
2. Drukkersvrouwen, creatief met mannen én met wetgeving
3. De abdissen van de Roosenbergabdij als luis in de pels van de Gentse bisschoppen
4. Anna van Huerne, leven als een voetnoot in een relaas van rebellie, hoogverraad en politieke intriges
5. De “ongrijpbare” Catharina vande Put, een geestelijke dochter op het slappe koord van de orthodoxie
Geestelijke dochters (ook kwezels genoemd) waren een fenomeen dat vooral in de 17e en 18e eeuw opgang maakte. Het ging om particuliere vrouwen die de wens hadden zich intensief aan het geestelijk leven te wijden, maar zonder zich aan te sluiten bij een kloostergemeenschap. Het feit dat zij zich ergens tussen kerk en wereld in situeerden, maakte hen in de ogen van tijdgenoten ietwat verdacht. Zeker vanuit de Kerk zelf werden dergelijke vrouwen met argusogen gevolgd en werd gepoogd hen zoveel mogelijk onder controle te houden. Catharina van Put of vande Putte, ook “Catharina met de stigmata” genoemd, was zo’n geestelijke dochter. Enkele beeldrijke getuigenissen uit de periode 1697-1699 geven ons een idee van de ophef die ze veroorzaakte met haar bijzondere levenswandel.

Sint-Veerleplaats, centrum Gent, 4 augustus 1584. Ondanks de loodgrijze hemel was een gigantische mensenmassa op de been, die het moment niet wou missen waarop notoir calvinist en politicus Jan van Hembyze het schavot naast de pilaren van het Gravensteen zou beklimmen. Een opvallende afwezige in de verslaggeving rond die fatale vierde augustus, is Hembyzes jonge vrouw Anna. Hoewel ze nauwelijks een voetnoot in de marge van de Grote Geschiedenis krijgt, maakte ze alles van op de eerste rij mee.

De Gentse bisschop Antonius Triest (1577-1657) stond bekend als een spreekwoordelijke kampioen van de katholieke reformatie. Hij was vermaard om zijn vroomheid en zijn streven naar katholiek herstel, in de nasleep van de beeldenstormen en de reformatorische onrust van de 16e eeuw. Eén van de instellingen die in zijn vizier kwam, was de abdij van Roosenberg in Waasmunster, een gemeenschap van reguliere kanunnikessen. Vooral de omgang van de zusters met het slot of de clausuur was hem een doorn in het oog. Dat de abdissen waarmee Triest de confrontatie aanging geen volgzame schapen waren, blijkt uit de correspondentie en overgeleverde processtukken uit die tijd …
