Vele burgers en organisaties keken vorige week uit naar de tekst van het akkoord dat zeven politieke partijen sloten om met de nieuwe federale regering van start te gaan. Die tekst werd op 30 september ruim verspreid. Ondertussen is ook de samenstelling van die nieuwe regering bekend. De politieke verantwoordelijke voor het Rijksarchief is staatssecretaris voor wetenschapsbeleid Thomas Dermine, een 34-jarige handelsingenieur uit Charleroi. Rekening houdend met de vele uitdagingen op het vlak van modernisering en uitbreiding van de gebouweninfrastructuur is ook de persoon van Mathieu Michel belangrijk. Michel is nl. staatssecretaris bevoegd voor onder meer de Regie der Gebouwen. Welke delen van het regeerakkoord zijn voor het Rijksarchief belangrijk?
Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Ten eerste wordt in de tekst van het akkoord bijna een hele bladzijde gewijd aan het federaal wetenschapsbeleid (punt 1.6). Dat is nooit gezien, en dus een erg positief signaal. De regering wil werken “aan een gedragen toekomstvisie voor het geheel van de federale culturele en wetenschappelijke instellingen. Met een totaalplan inzake patrimonium, een duurzame financiering voor de instellingen en extra initiatieven qua publieksbereik zorgen we voor een nieuw elan.” Ziehier in enkele zinnen de ambitie van de nieuwe regering, die we alleen maar kunnen toejuichen. Meer concreet wil zij op korte termijn “een strategisch plan voor het federaal wetenschapsbeleid in zijn geheel opmaken waarbij de verzelfstandiging van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI’s) voorop staat”, “onderzoeken of aangepaste regels nodig zijn voor de FWI’s die een efficiënter gebruik van de eigen middelen mogelijk maakt” en “samenwerking stimuleren tussen de verschillende diensten van [het departement] Belspo (FWI, interne DGs, ondersteunende diensten en Belnet)”.
Ten tweede is het regeerakkoord vrij expliciet over andere plannen die een impact zullen hebben op de relaties tussen het Rijksarchief en stakeholders binnen de federale overheid. Zo wil de regering inzetten op de verdere modernisering en digitalisering van de overheid, niet alleen bij Justitie maar in alle departementen. Dit gegeven biedt een uitstekende kans voor het Rijksarchief om samen te werken rond digitale archivering en duurzame digitale toegankelijkheid van overheidsinformatie, domeinen waarover het Rijksarchief de afgelopen jaren veel expertise heeft opgebouwd. De regering De Croo wil ook de toegang tot en de beschikbaarheid van data garanderen “voor wetenschappelijk onderzoek en burgers door deze toegang verder te optimaliseren, te stroomlijnen en te harmoniseren, rekening houdend met regels van vertrouwelijkheid en privacy. Het traject daartoe zal uitgewerkt worden door een begeleidingscomité met de voornaamste dataleveranciers en de gebruikers (onderzoekers, universiteiten)”. Als beheerder van historische data in alle vormen en formaten, wil het Rijksarchief ook op dit terrein samenwerken. Het Rijksarchief stelt tot zijn grote vreugde vast dat deze regering werk wil maken van een “een wettelijke regeling om geclassificeerde stukken na verloop van tijd te declassificeren rekening houdend met internationale afspraken en de bescherming van het bronnengeheim. België is immers één van de laatste landen zonder dergelijke procedure.” Het Rijksarchief dringt sinds jaren aan op zo’n regeling. Bovendien zal “de regering ervoor zorgen dat de bewaring van de kabinetsarchieven voortaan gegarandeerd is”. Ook dit onderwerp sluit aan bij de kerntaken van onze instelling. Dat aan dit engagement een stevig prijskaartje vasthangt, ligt voor de hand.
In het regeerakkoord kon tot slot een verwijzing naar de omgang met het koloniaal verleden niet ontbreken. Het Rijksarchief is verheugd dat de federale regering “de werkzaamheden steunt om het verleden levend te houden, en dan meer bepaald voor wat betreft de “Metis-Resolutie” en de Commissie “Congo/koloniaal verleden”. In verband met deze initiatieven blijft onze instelling haar verantwoordelijkheid opnemen, zowel inzake ontsluiting van archieven als inzake dienstverlening ten behoeve van nabestaanden en onderzoekers.