De commissie voor schadeloosstellingen in Congo (Commission d’Indemnisation des Dommages du Congo, afgekort als CIDC) was belast met het onderzoeken van aanvragen tot vergoeding van materiële schade die Belgische kolonialen hadden geleden als gevolg van de onafhankelijkheid van Congo op 30 juni 1960. Het archief van deze weinig gekende commissie is nu geïnventariseerd.
Op het moment dat de Openbare Weermacht in opstand kwam, slechts enkele dagen na de onafhankelijkheid van Congo op 30 juni 1960, moesten de Europeanen die nog waren achtergebleven vluchten voor het geweld dat zich tegen hen keerde. Ze lieten alles achter (roerende en onroerende goederen; voertuigen; landbouwwerktuigen; …). Bij hun terugkeer in België hoopten de Belgische ex-kolonialen dat ze snel een billijke schadeloosstelling zouden ontvangen voor de goederen die ter plaatse waren gebleven.
Pas in 1965 worden in België effectief wetten uitgevaardigd over de schadeloosstellingen voor goederen die in Congo verloren gingen. In februari 1965 werd met de Republiek Congo onderhandeld en België verkreeg van de voormalige kolonie 750 miljoen frank om zijn onderdanen te vergoeden. Kort nadien stemde het Parlement de wet van 14 april 1965 waarmee de Commissie CIDC onder voogdij werd geplaatst van het Bestuur voor de Wederopbouw dat reeds een belangrijke rol had gespeeld in de dossiers “oorlogsschade”.
Het beleid voor schadeloosstelling was enkel gebaseerd op een nationale solidariteit tussen Belgische burgers. Niet-Belgische Europeanen – en zo waren er veel in Belgisch Congo – die op het ogenblik van de onafhankelijkheid schade hadden geleden waren dus uitgesloten.
De Commissie had als opdracht om de aanvragen tot schadeloosstelling die haar werden voorgelegd te onderzoeken en om de meest correcte vergoeding uit te keren aan degenen die schade hadden geleden. De dossiers werden onderzocht door een bemiddelaar die technische expertise kon inroepen om de geleden schade zo goed mogelijk in te schatten. Gezien de complexiteit van de procedure voor schadeloosstelling moesten de oud-kolonialen soms jaren wachten vooraleer ze een vergoeding ontvingen.
Raadpleging
De meer dan 9.000 individuele dossiers van de Commissie zijn al langer raadpleegbaar. Maar de algemene dossiers waren nog niet toegankelijk voor onderzoek omdat er geen archieftoegang bestond. Dankzij de publicatie van een inventaris voor de algemene dossiers van de Commissie is het nu mogelijk meer te weten te komen over de interne en dagelijkse werking ervan. Denk aan de verslagen van vergaderingen van de verschillende diensten, de documentatie over de wetgeving voor het vergoeden van ex-kolonialen of de registers met de beslissingen over het bedrag van de vergoedingen.
Met de inventaris voor de algemene dossiers van de Commissie wil het Rijksarchief nieuwe inzichten bieden over een administratie die weinig bekend is, maar die een belangrijke rol heeft gespeeld in de integratie van oud-kolonialen in het post-imperialistische België.
De algemene en individuele dossiers van de Commissie worden bewaard in het Algemeen Rijksarchief 2 - depot Joseph Cuvelier. Ze kunnen er op afspraak in de leeszaal worden geraadpleegd.
De inventaris
De inventaris – enkel uitgegeven in elektronische versie – is gratis online beschikbaar via onderstaande links.
EYLETTERS Lilian, Inventaire des archives du Ministère des Travaux publics : Administration de la Reconstruction : Commission d’Indemnisation des Dommages du Congo (Dossiers généraux) (1946-2001), reeks Inventarissen Algemeen Rijksarchief 2 - depot Joseph Cuvelier nr. 76, publicatie nr. 6540, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2024.