Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

Waalse archeologie: historisch onderzoek voor gebruik bij archeologische operaties

Texte petit  Texte normal  Texte grand

Inhoud

In 2013 sloot het Rijksarchief een eerste partnerschapsovereenkomst af met de dienst Archeologie van de Waalse overheid, die op 1 januari 2018 werd omgevormd tot het Waals Erfgoedagentschap (Agence Wallonne du Patrimoine of AWaP). De projecten, gefinancierd door het Waals Gewest, volgden zich op en in 2023 viert deze vruchtbare samenwerking haar tiende verjaardag.

De belangrijkste doelstelling is het uitvoeren van historisch onderzoek op basis van archiefcollecties die verband houden met Waalse archeologie. Na de stad Doornik en zijn vestingwerken richtte het project zich op archeologische activiteiten in Henegouwen (stad Chièvres en kasteel van de graven van Moeskroen), Namen (Place Maurice Servais in Namen en stad Dinant) en Waals-Brabant (Grote Markt van Nijvel en dorp Huppaye). In de provincie Luik nemen archivarissen het gehucht Fontaine (in de gemeente Grâce-Hollogne) onder de loep.

De analyse van documenten uit het Rijksarchief ondersteunt en vervolledigt het archeologisch onderzoek op het terrein. Vooral de archieven van het ancien régime zijn van uitzonderlijk belang voor de geschiedenis van Wallonië. Cartografisch materiaal is een opmerkelijke bron gebleken voor het lokaliseren en begrijpen van de ontwikkeling van de bestudeerde sites. De specificiteit, complementariteit en toegevoegde waarde van zowel de historische als de archeologische discipline hoeven niet langer te worden aangetoond. Vanzelfsprekend kom je uit bij een geïntegreerde methodologie, essentieel voor onderzoekers op het gebied van stadsgeschiedenis.

  1. Doornik en zijn vestingwerken
  2. Chièvres
  3. Namen
  4. Dinant
  5. Moeskroen
  6. Nijvel
  7. Fontaine
  8. Huppaye

1) Doornik en zijn vestingwerken

De eerste samenwerking tussen het Rijksarchief en de archeologen, tussen oktober 2013 en juni 2014, had betrekking op de stad Doornik, en meer bepaald op de archeologische werkzaamheden rond haar vestingwerken.

De afgelopen jaren werden niet minder dan twintig opgravingssites rechtstreeks geconfronteerd met vragen over de verschillende verdedigingssystemen die de stad Doornik beschermden, van de vroege middeleeuwen tot de 19de eeuw, en over hun bouw, bezetting, transformaties en leegstand.

Om de archeologen te helpen bij het begrijpen van de overblijfselen die werden ontdekt, bekeek Florian Mariage, die op dat moment werkzaam was in het Rijksarchief Doornik, verschillende reeksen rekeningen uit de 14de tot 17de eeuw die in Brussel en Rijsel worden bewaard. Deze reeksen vertegenwoordigen meer dan 200 registers op perkament of papier.

De verzamelde informatie – voornamelijk vermeldingen van renovatiewerken of het afstoten van delen van de vestingwerken – werd gecodeerd in een database en topografisch geïndexeerd (wijken, parochies, namen van torens, straten) op een manier die zo nauwkeurig was als de bewaarde bronnen toelieten, om het gebruik van de gegevens te vergemakkelijken.

2) Chièvres

De tweede site die in het kader van dit project aan bod kwam, ligt in de stad Chièvres, een van de oudste nederzettingen in de streek van Ath. Archeologen hebben sinds 1991 de gewoonte een bezoek te brengen aan het stadscentrum van Chièvres telkens nieuwe gebouwen worden opgetrokken, oude monumenten worden hersteld of nutsvoorzieningen worden aangelegd. Tijdens de werkzaamheden wordt informatie vergaard, die kan leiden tot een beter begrip van het stedelijk erfgoed, zijn omgeving en zijn sociaalhistorische achtergrond. Wat het archief betreft, biedt Chièvres het voordeel dat het ancien régime-archief van de stad bewaard is gebleven en sinds 1943 wordt bewaard in het Rijksarchief Bergen (en in 1948 ontsloten werd met een inventaris).

Gedurende anderhalf jaar werden in het kader van het project opgravingen en opzoekingen verricht. Dankzij het project konden 13 archeologische campagnes (1991-2014) worden ondersteund en gedocumenteerd. Projectverantwoordelijke Laetizia Puccio schreef een volledig historisch studieverslag waarin een antwoord wordt gegeven op de vragen die werden opgeroepen door de archeologische vondsten en waarin de stadsontwikkeling van Chièvres wordt geanalyseerd, zo ver mogelijk terug tot aan de tijd van de versterkte vestingstad. In dat verband raadpleegde ze het rijke en diverse stadsarchief met informatie over bestuurlijke aangelegenheden, boekhouding (gemeenterekeningen, rekeningen van kapellen en hospitalen, rekeningen van de Sint-Martinuskerk), fiscaliteit (erfeniscartularia), weldadigheid, enz. Ze maakte ook gebruik van het kadasterarchief en het archief van de Rekenkamer dat wordt in het Algemeen Rijksarchief.

In 2019 werden bovendien vier cartularia van de stad Chièvres gedigitaliseerd. Ze zijn online raadpleegbaar, of je kan ze ook digitaal raadplegen in alle leeszalen van het Rijksarchief. Het gaat om fiscale registers, de voorlopers van ons kadaster.

3) Namen

Het derde project waarvoor het Rijksarchief door archeologen werd gevraagd, betreft de stad Namen en meer bepaald de archeologische werkzaamheden die in 2008 werden uitgevoerd op de Place Maurice Servais.

Of het nu gaat om de antieke, middeleeuwse, moderne of hedendaagse periode, de Place Maurice Servais neemt een bevoorrechte plaats in de topografie van Namen in. Het plein werd vroeger doorkruist door een straat die de rue des Fossés fleuris verbond met de kleine molens op de Samber. De naam, de rue du Four, weerspiegelt de specialisatie van de meeste bewoners tijdens de middeleeuwse en moderne periodes. Er was niet alleen de nabijheid van de Samber, de rue du Four liep ook parallel met de grote korenmarkt van Namen. Het belang van de site voor de geschiedenis van de stad, het hoge aantal archeologische gegevens, de post-opgravingswerken én een publicatieproject vroegen om een historische studie op basis van de archieven.

Laetizia Puccio, die sinds 2015 verantwoordelijk is voor het partnerschapsproject, heeft alle relevante documenten van het begin van de 15de eeuw tot de 20ste eeuw die licht zou kunnen werpen op de archeologische gegevens van de Place Maurice Servais, zowel uit het Rijksarchief als uit de collecties van de stad Namen, doorzocht en geanalyseerd. Aan de hand van de studie van de enorme registers van het Hooggerechtshof van Namen, die sinds 1411 de overdrachten van zakelijke rechten op onroerende goederen binnen de gerechtelijke jurisdictie van de Naamse gemengde rechtscolleges registreren (gedigitaliseerd in 2019 en online en in alle digitale leeszalen van het Rijksarchief te raadplegen); de administratieve, boekhoudkundige, kerkelijke en andere archieven van de stad Namen; en een studie van de plannen en het kadaster maakte het project het mogelijk om het volledige perceel van het opgegraven gebied en zijn omgeving te reconstrueren. Zo konden vragen worden beantwoord die door de archeologie werden gesteld en kon worden bijgedragen tot een beter begrip van de geschiedenis van de wijk van de rue des Brasseurs en van de stad Namen in het algemeen.

Gaandeweg besloot de stuurgroep van het project dat het, gezien de omvang van de opzoekingen in de registers van het Hooggerechtshof, de moeite waard zou zijn om alle plaatsnamen in aanmerking te nemen die van belang zouden kunnen zijn voor andere lopende en toekomstige archeologische projecten, naast het strikte gebied dat wordt bestreken door de operaties aan de Place Maurice Servais. De database bevat momenteel meer dan 22.000 records.

4) Dinant

Een vierde project, gewijd aan de steden Bouvignes en Dinant, werd eveneens gelanceerd in 2019. Het doel van dit bijkomend project is om aan de hand van historische bronnen de werkplaatsen van gieterijen en smederijen te documenteren die werden ontdekt tijdens de archeologische werkzaamheden van J. Plumier (1994-1995) op de site van de Porte Chevalier in Bouvignes en die van M. Verbeek (2008) op de site van de Parking des Oblats in Dinant.

Op basis van recent werk gewijd aan de archieven van de stad Bouvignes (P. Saint-Amand) en in overleg met de leden van het Wetenschappelijk Comité, werd besloten dat de onderzoeker, Antoine Bonnivert (Algemeen Rijksarchief), zijn aandacht volledig zou richten op het Dinantse corpus, dat bijzonder rijk is en nooit eerder werd gebruikt in het kader van een studie gewijd aan de industrie van Mosan. Meer in het algemeen werd het project, van een studie die uitsluitend gericht was op de werkplaatsen die werden ontdekt op de site van de Parking des Oblats, op basis van de beschikbare archieven, omgevormd tot een bredere studie gewijd aan de ontwikkeling van de industrie van Dinant tijdens de 11de eeuw en meer in het bijzonder aan de identificatie van de werkplaatsen (en hun eigenaars) die in de stad werden opgericht.

5) Moeskroen

Sinds de jaren 1980 is het kasteel van de graven van Moeskroen het onderwerp geweest van een aantal archeologische opgravingen. De archieven met betrekking tot het gebouw zijn echter zeer weinig gebruikt. Om deze leemte op te vullen, werd in het kader van een vijfde studie een wetenschappelijk medewerker, Florent Vincent, aangetrokken om een documentair dossier samen te stellen dat gebruikt kan worden voor een publicatie over de vestiging van de familie de la Barre, heren van Moeskroen, in het leengoed Les Ramées, in het tweede kwart van de 15de eeuw.

6) Nijvel

In 2022 maakt de regio Namen plaats voor Waals-Brabant. Nijvel is het volgende doelwit van een archiefstudie in opdracht van Waalse Archeologie. Dit zesde archiefproject betreft één van de kostbaarste archiefbestanden van het Rijksarchief Louvain-la-Neuve.

De restauratie van de Grote Markt van Nijvel, uitgevoerd tussen 2009 en 2011, heeft een aantal overblijfselen aan het licht gebracht die verband houden met de geschiedenis van de abdij en de stad Nijvel. Het hoofddoel is de volledige abdijwijk en omgeving te bestuderen. Aan de hand van de archieven zal worden nagegaan hoe de gebouwen die elkaar in de loop der tijd hebben opgevolgd, functioneerden en welke instellingen deze eigendommen beheerden. De onderzoekster, Laetizia Puccio, heeft toegang tot de archieven van het kapittel van Sint-Geertrui, daterend uit de 13de tot de 18de eeuw, evenals die van de magistraat van de stad Nijvel, die dateren uit de 16de eeuw. Kapittelakten, rekeningen, eigendommen en kaarten zullen worden gelezen en geïnterpreteerd in het licht van nieuwe archeologische ontdekkingen.

7) Fontaine

Het zevende project betreft het gehucht Fontaine aan de oostelijke rand van het Haspengouwplateau, in de gemeente Grâce-Hollogne. Sinds 2014 voert de Waalse Erfgoeddienst er archeologische werkzaamheden uit ter voorbereiding van de uitbreiding van de luchthaven van Bierset. Sinds 2018 zijn de inspanningen vooral gericht op de sector van het gehucht Fontaine, waar de luchthaveninfrastructuur in de nabije toekomst nog 34 ha extra zal innemen. In 2018 waren de mechanische evaluaties bijzonder positief. Ze brachten vrij dichte sporen van landelijke bewoning uit de middeleeuwen aan het licht, met een oppervlakte van ongeveer 2 ha. Er werden ook resten gevonden van een waarschijnlijke nederzetting uit het neolithische tijdperk. Tot slot werden ook enkele sporen van landontwikkeling in de moderne tijd interessant bevonden.

De archiefstudie bestond uit het onderzoeken en exploiteren van niet-gepubliceerde bronnen uit het Rijksarchief Luik, waaronder de archieven van het gemengde rechtscollege van Horion-Hozémont, de archieven van het kasteel van Lexhy en het bestand van de abdij van Stavelot.

8) Huppaye

Huppaye is de achtste site waarvoor de AWaP een archiefstudie heeft besteld. Huppaye is een dorp in de provincie Waals-Brabant, een paar kilometer ten zuiden van de stad Geldenaken. De werf is nog volop bezig, maar de ontdekkingen zijn al bijzonder interessant. De archeologische opgraving heeft bewijs gevonden van twee verschillende bezettingen: een nederzetting uit de 13de of zelfs 12de eeuw en een religieuze site, een middeleeuwse kapel met een vroege fundering (waarschijnlijk van voor de 13de eeuw).

De uitdagingen voor de historicus zijn talrijk. Het doel is om op basis van archiefdocumenten uit het Rijksarchief Louvain-la-Neuve de datum en functie van het religieuze gebouw te bepalen en om vergelijkbaar werk te doen voor het landbouwcomplex. Meer in het algemeen is het doel van de studie om informatie te verschaffen die ons in staat zal stellen om de site in zijn geheel te begrijpen en zo de geschiedenis van het gehucht Huppaye en zijn omgeving op een allesomvattende manier te documenteren. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Lise Levieux (Rijksarchief Namen).

Partners

Het project wordt uitgevoerd in het Rijkarchief, gefinancierd met kredieten van het Waals Erfgoedagentschap.

Medewerkers

Huidige projectleiders:

  • Nijvel: Laetizia Puccio (Rijksarchief Namen)
  • Huppaye: Lise Levieux (Rijksarchief Namen)

Afgesloten projecten :

  • Doornik: Florian Mariage (Stad Doornik) 
  • Chièvres, Namen (Place Maurice Servais): Laetizia Puccio (Rijksarchief Namen) 
  • Dinant: Antoine Bonnivert (Algemeen Rijksarchief)
  • Moeskroen: Florent Vincent (historicus)
  • Fontaine: Valentine Jedwab (Stadsarchief Brussel)

Het wetenschappelijk comité is samengesteld uit:

  • Emmanuel Bodart, diensthoofd, Rijksarchief Namen
  • Frédéric Chantinne, archeoloog, AWaP, Operationele Directie Zone Centrum
  • Archeologen belast met de archeologische werkzaamheden:
    • Dolores Ingels, archeologe, AWaP, Operationele Directie Zone West
    • Frédéric Vanmechelen, archeoloog, attaché, AWaP, Operationele Directie Zone Centrum
    • Marie Verbeek, archeoloog, AWaP, Operationele Directie Zone Centrum
    • Frédéric Chantinne, archeoloog, AWaP, Operationele Directie Zone Centrum
    • Denis Henrard, archeoloog, attaché, AWaP, Operationele Directie Zone West.
    • Véronique Danese, AWaP, Operationele Directie Zone Centrum BW en Martin Zeebroeck, VZW RPA

Wetenschappelijk comité

Het wetenschappelijk comité bestaat uit Emmanuel Bodart, diensthoofd van het Rijksarchief te Namen, Frédéric Chantinne, archeoloog bij de archeologische dienst van de Waalse overheid, en Dolorès Ingels, attaché-archeologe bij de archeologische dienst van de Waalse overheid.

Publicaties

  • Puccio L. en Vanmechelen R., « De l’archéologie préventive aux fonds d’archives : enquête conjointe sur le passé de la place Maurice Servais, à Namur », Science Connection, nr. 71, 2023. (te verschijnen)
  • Vanmechelen R. & Puccio L., 2022. De l’archéologie préventive aux fonds d’archives : enquête conjointe sur le passé de la place Maurice Servais à Namur, in : Pré-actes des Journées d’Archéologie en Wallonie (Auditorium des Moulins de Beez / 2022) (Rapports, Archéologie, 11), Namen, p. 23-25.
  • Ingels D. en Puccio L., « La fortification de Chièvres comme manifestation de l’évolution urbaine et institutionnelle de la ville : approche archéologique et archivistique », Grandjean G., Lempereur M., Maquet J. (dir.), Histoires des institutions diachroniques. Le pouvoir politique en Wallonie, Luik, Presses Universitaires de Liège, 2022, p. 189-209.
  • Bonnivert A. en Saint-Amand P., « Le corps des batteurs dans l’administration de la ville de Dinant. L’apport d’un manuscrit inédit des XVIe et XVIIe siècles », Annales de la Société archéologique de Namur, t. 95, 2021, p. 157-226.
  • Ingels D. en Puccio L., « L’archéologie à Chièvres. Une approche multidisciplinaire de l’histoire urbaine », Actes du 10e congrès de l’Association des Cercles Francophones d’Histoire et d’Archéologie de Belgique et LVIIe Congrès de la Fédération des Carles d’Archéologie et d’Histoire de BelgiqueArlon, 18, 19, 20 août 2016, vol. III, Luxemburg, 2018, p. 362-372.
  • Mariage F. en Deramaix I., « Essai de toponymie castrale. Le nom des tours et portes des enceintes ‘communales’ de Tournai du XIIe au XVIe siècle », Bulletins de la Commission royale de toponymie et dialectologie, 2018, 90, p. 201-304.
  • Puccio L., Redécouverte de Chièvres, in : Science Connection nr. 55, 2017, p. 40-43.

Nieuws

Momenteel geen nieuws over dit lopend onderzoek.

Links

Update pagina: 31 maart 2023

www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement