Deze nieuwe uitgave in onze reeks Studia richt de schijnwerpers op de belangrijkste leden van de Raad van Brabant vanaf het ontstaan van de instelling onder Filips de Goede als hertog van Brabant in 1430 tot aan de dood van Filips de Schone in 1506: de kanseliers (en zegelaars), de (gewone en buitengewone) raadsleden en de secretarissen.
Het archief van het Provinciaal Comité van Winterhulp voor de provincie Henegouwen (en van de lokale afdelingen) vormt een eersterangsbron voor het bestuderen van het dagelijks leven en de sociale omstandigheden van de bevolking van Henegouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nu dit archief geïnventariseerd is, liggen tal van onderzoeksmogelijkheden open.
Eén van de rijkste collecties van het Algemeen Rijksarchief geeft dankzij de publicatie van een nieuwe catalogus eindelijk al haar geheimen prijs! De keizerlijke oorkonden van Arnulf I en Otto I, respectievelijk van 7 februari 893 en van 22 november 949, behoren tot de oudste stukken van het Algemeen Rijksarchief.
Twee eeuwen lang was de rijkswachter een vertrouwde figuur in het maatschappelijk en politiek leven en in het medialandschap van het land. Maar de Rijkswacht heeft weinig gedaan om haar geschiedenis te vrijwaren. Tonnen archief werden helaas vernietigd, waaronder een groot aantal personeelsdossiers van rijkswachters. Het is pas vanaf de jaren 1980 dat die dossiers op een meer systematische wijze werden bewaard bij wat toen het Rijkswachtmuseum was. Met het oog op een duurzame bewaring op lange termijn vertrouwde de federale politie deze archieven vervolgens toe aan het Algemeen Rijksarchief. Via het BRAIN 2.0-onderzoeksproject NaPol-Intel, gewijd aan de geschiedenis van de Belgische politiediensten, kwam vanaf 2020 de ontsluiting van dit archief in een stroomversnelling terecht. De inventaris rolde zopas van de persen.
In 2016 droeg de NMBS 80 strekkende meter historisch archief over aan het Algemeen Rijksarchief: dossiers van de personeelsdienst die werden aangelegd tijdens en onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog. Na reiniging werden de dossiers geïnventariseerd. Een groot deel ervan is nu raadpleegbaar in de leeszaal van het Algemeen Rijksarchief.
Het Rijksarchief blijft aandacht hebben voor de toestand van archieven bij lokale besturen. Vanuit het project Lokaal archief Wallonië, een product van deze bezorgdheid, werden de voorbije periode weer heel wat nieuwe hulpmiddelen gelanceerd: van een herziene selectielijst voor gemeentearchief tot tal van nieuwe inventarissen.
De tweede helft van de 13de eeuw was een scharnierperiode in de geschiedenis van de geschreven cultuur in West-Europa. In het graafschap Vlaanderen, ten tijde van Margareta van Constantinopel (1244-1278) en Gwijde van Dampierre (1278-1305), was dit het moment waarop de oorkonden plaats begonnen ruimen voor de opkomst van bestuurlijke praktijken in de ruime betekenis van de term. Aurélie Stuckens publiceerde in onze reeks Studies in Belgian History een monografie over deze evolutie.
In het Rijksarchief te Kortrijk werd recent de inventarisatie voltooid van het archief van de Kortrijkse Sint-Rochusparochie, in 2017 overgebracht naar het Rijksarchief. Steeds meer kerken en pastorieën komen leeg te staan of gaan over in particuliere handen. Zo werd de Sint-Rochuskerk recent verkocht aan een familie die er zijn kunstcollectie wil onderbrengen. De nieuwe inventaris geeft blijk van de rijke geschiedenis van deze kerk en parochie, die teruggaat op de middeleeuwse kapel van Walle.
Na de tentoonstelling in het Rijksarchief te Namen verschijnt nu ook het boek L’œuf ou la tuile ? (Het ei of de dakpan?). Aan de hand van archiefstukken wordt de levensloop geschetst van pater Pire, Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 1958.
In 2017 werd om het uitzonderlijk rijke archief van de familie Weissenbruch te valoriseren in Luik een internationaal colloquium georganiseerd: Trois siècles d’histoire du livre et de la pensée à travers le Fonds Weissenbruch : Du Journal encyclopédique aux humanités numériques. Vandaag zijn de akten van dit colloquium gepubliceerd in onze reeks Studia. Door de (drukkers)activiteiten van Pierre Rousseau en Charles Weissenbruch te contextualiseren en door de inhoud van het archief Weissenbruch kenbaar te maken, openen zich nieuwe wetenschappelijke onderzoekspistes.