Heel wat mensen kwamen en komen op een bepaald moment in hun leven in de gevangenis terecht. Aan de hand van gevangenisarchieven kunnen we deze donkere periode in hun leven reconstrueren. Het zijn belangrijke bronnen voor familiegeschiedenis, maar ook voor de criminologische en sociale geschiedenis. Onderzoeken wie opgesloten wordt, zegt immers veel over de veranderende normen van een maatschappij. In 2023 werden de archieven van de gevangenissen van Brussel en Vorst overgedragen aan het Rijksarchief. De inventaris ervan is nu gepubliceerd.
Gevangenisarchieven bevatten een schat aan informatie: niet alleen de naam en de inschrijvingsdata, het vonnis en de duur van opsluiting, maar tot 1920 ook een fysieke beschrijving. Vanaf ca. 1920 zijn er soms foto’s en ‘antropologische dossiers’ waarmee dokters een ‘wetenschappelijke analyse’ van de misdadiger wilden maken, volgens methoden die vandaag voorbijgestreefd zijn. Lichamen en schedels werden gemeten. Er werd gepeild naar familie, scholing, ‘karakter’, militaire dienst, beroep, juridische voorgeschiedenis, vrijetijdsbesteding en gezin. Deze archieven zeggen dus veel over de veranderende ideeën over criminaliteit en criminelen, in de 19de en 20ste eeuw.
Ondanks dit evident historisch belang, zorgde het archief in de gevangenis van Vorst gedurende vele decennia voor kopzorgen. Vreselijke bewaaromstandigheden, schimmelexplosies en rondfladderende duiven bemoeilijkten de overdracht van het archief. In 2022-2023 kon dan toch een doorbraak worden gerealiseerd, toen de gevangenis werd gesloten. De opsluitingsregisters werden behandeld met gammastraling om de schimmel te doden, gereinigd door de firma Object Care en overgebracht naar het Rijksarchief Brussel (Vorst).
De overdracht en inventarisatie van de Brusselse gevangenisarchieven vormt het sluitstuk van de campagne rond gevangenisarchief die het Rijksarchief in de jaren 1990 opzette. De basisontsluiting is gebeurd: het archief van het hele penitentiaire landschap van België is in kaart gebracht. Tijd om werk te maken van de verdere ontsluiting, het vergroten van de digitale doorzoekbaarheid en het eigenlijke onderzoek.
De archieven van de meeste gevangenissen zijn dus aanwezig in de verschillende archiefdepots van het Rijksarchief. Via inventarissen kunnen o.a. opsluitingsregisters en alfabetische fiches worden geraadpleegd, vaak ook opsluitingsdossiers (deze laatste jammer genoeg niet voor Vorst). Maar online een naam intikken volstaat niet om na te gaan wanneer iemand in welke gevangenis was opgesloten. Los van de evidente privacy-problematiek voor recente archieven, blijft het invoeren van duizenden gegevens een enorm werk – ook al kan automatisering en artificiële intelligentie in de toekomst misschien nieuwe perspectieven bieden.
Toch werd een beperkt aantal opsluitingsregisters al volledig doorzoekbaar gemaakt in onze AGATHA-zoekomgeving. Het gaat om de registers van de gevangenissen van Vilvoorde (1801-1827), Leuven-Centraal (1861-1889) en Neufchâteau (1898-1909). Veelbelovend is het OUTLAW-project voor de periode 1855-1924, dat de gegevens van 120.00 gedetineerden uit het hele land wil registreren en doorzoekbaar maken.
De inventaris
De inventaris – enkel uitgegeven in elektronische versie – is gratis online beschikbaar via onderstaande links.
DECEULAER Harald, Inventaris van het archief van de gevangenis van Brussel en Vorst (1818-2001), reeks Inventarissen Rijksarchief Brussels Hoofdstedelijk Gewest nr. 97, publicatie nr. 6498, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2024.