Eind maart 2017 werd een wetswijziging goedgekeurd inzake de organisatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In de nieuwe wettekst zijn diverse bepalingen i.v.m. het archief van deze diensten opgenomen. Er wordt onder meer voorzien in een verlenging van de termijn waarin de Veiligheid van de Staat haar archief moet overbrengen naar het Rijksarchief, wat het Rijksarchief betreurt. Maar er zijn vanuit archiefperspectief ook positieve signalen op te vangen in dit dossier.
30 MAART 2017. - Wet tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis van het Strafwetboek
(publicatie in het Belgisch Staatsblad op 28 april 2017)
Het feit dat de overbrengingstermijn van het archief van de Veiligheid van de Staat, dat geen administratief nut meer heeft, wordt verlengd van 30 naar 50 jaar, valt te betreuren. Ook zal het ontbreken van een (automatische) declassificatie van de documenten (zoals in heel wat andere landen wel het geval is) de overbrengingsoperaties ernstig afremmen. Niettemin werden uit het voorontwerp van wet een aantal bepalingen geschrapt die een rationeel, doeltreffend en democratisch archiefbeheer in de weg staan (oprichting door de Militaire Inlichtingendienst en de Veiligheid van de Staat van diensten voor het beheer van hun historisch archief; teruggave en vernietiging van documenten die werden geclassificeerd door diensten die in relatie staan met de Militaire Inlichtingendienst en de Veiligheid van de Staat, enz.)
De verklaringen die minister van Justitie Koen Geens in het Parlement aflegde over de noodzaak om de kwestie van de (automatische) declassificatie van geclassificeerde documenten, evenals de opmaak van een archiefselectielijst voor de Veiligheid van de Staat nader te bekijken, gaan weliswaar in de goede richting, maar moeten nog een concrete invulling krijgen.
Hoe paradoxaal het ook mag lijken: het Rijksarchief is tevreden dat het thema van de archieven het voorwerp uitmaakte van de meeste vragen en discussies in zowel de commissie Justitie van de Kamer als in de plenaire zitting. Het wetsontwerp had nochtans een veel grotere draagwijdte en de archivistische aspecten ervan waren verre van de belangrijkste.
De relevantie van de argumentatie die het Rijksarchief heeft ontwikkeld van zodra het op de hoogte was van de inhoud van dit delicate dossier, heeft zonder meer algemene erkenning gekregen.
Onze krachtlijnen waren, zijn en blijven: transparantie, goed beheer van overheidsmiddelen, strijd voor het recht op kennis/ informatie en voor een democratische controle door de burger, via toegang tot het archief van de overheidsdiensten.
Lees meer
- Vergelijking tussen het aanvankelijke wetsontwerp en de tekst die werd gestemd in de Commissie Justitie (artikel in verband met archief)
- Documenten i.v.m. het wetsontwerp zoals het door de regering werd ingediend
- Documenten i.v.m. de behandeling in de Commissie Justitie
- Wetsontwerp zoals aangenomen door de Commissie Justitie (1e lezing / in 2e lezing geen wijzigingen betreffende het luik “archieven”)
- Opiniestuk van de raad van bestuur van de Association des Archivistes Francophones de Belgique (AAFB), gepubliceerd op de websites van Le Vif en Le Soir (26 oktober 2016)
- Artikel in Knack: Rijksarchief waarschuwt: 'Wetsherziening inlichtingenmethoden is aanslag op nationaal geheugen van onze staat' (20 oktober 2016)