Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

FAQ - “Afrika-archief”

Kleine letters  Normale letters  Grote letters
  1. Waarom wordt het Afrika-archief overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief 2 - depot Joseph Cuvelier?
  2. Wanneer zijn de overbrengingen begonnen en hoe lang zullen ze duren?
  3. Uit welke documenten bestaat het Afrika-archief dat momenteel wordt overgebracht door de FOD Buitenlandse zaken?
  4. Wat is het verschil tussen “Koloniaal archief” en “Afrika-archief”?
  5. Is de toegankelijkheid van het Afrika-archief dat momenteel wordt overgebracht verzekerd?
  6. Welke zijn bij het Rijksarchief de raadplegingsvoorwaarden voor het Afrika-archief?
  7. Welke archieftoegangen zijn beschikbaar in de leeszaal van het ARA 2 - Depot Joseph Cuvelier?
  8. Waarom maakt het Rijksarchief nieuwe inventarissen ter vervanging van de bestaande archieftoegangen?
  9. Welke instrumenten zijn beschikbaar voor het identificeren van het archief over de Belgische aanwezigheid in Midden-Afrika (1885-1962) dat in België wordt bewaard?

1. Waarom wordt het Afrika-archief overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief 2 - depot Joseph Cuvelier ?

Wettelijk gezien moet de FOD Buitenlandse Zaken archief ouder dan 50 jaar overbrengen naar het Rijksarchief (archiefwet van 24 juni 1955, gewijzigd door de wet van 6 mei 2009; koninklijke besluiten van 18 augustus 2010). In deze periode van budgettaire besparingen wil de FOD Buitenlandse Zaken zich overigens op zijn kerntaken concentreren.

Eind 2014 werd tussen het Rijksarchief en de FOD Buitenlandse Zaken een protocolakkoord afgesloten waarin werd bepaald hoe het Afrika-archief dat door de FOD wordt bewaard zou worden overgebracht naar het ARA2. In 2017 werd door beide partijen een nieuw protocolakkoord ondertekend voor de bijkomende overbrenging van 9,5 strekkende kilometer Afrika-archief, 6 kilometer diplomatiek archief en 4 kilometer archief van Ontwikkelingssamenwerking.

2. Wanneer zijn de overbrengingen begonnen en hoe lang zullen ze duren?

De overbrengingen gingen van start in januari 2016 en heden werd bijna drie strekkende kilometer Afrika-archief geordend, geïnventariseerd en overgebracht naar ARA2.

In een eerste fase betreft de overbrenging het Afrika-archief. Daarna volgen het archief van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en tenslotte het diplomatiek archief. In totaal zal over 10 jaar bijna 20 strekkende kilometer archief verwerkt zijn.

Door het protocolakkoord te ondertekenen heeft het Rijksarchief zich ertoe verbonden de toegankelijkheid van het archief te vergroten, meer bepaald via digitalisering en door de bestaande archieftoegangen online te publiceren, en vooral door die toegangen om te vormen tot gedetailleerde inventarissen die werden opgemaakt overeenkomstig de internationale ISAD(G)-norm.

3. Uit welke documenten bestaat het Afrika-archief dat momenteel wordt overgebracht door de FOD Buitenlandse zaken?

Het Afrika-archief (1885-1962) weerspiegelt de institutionele, bestuurlijke en gerechtelijke structuren waardoor het werd gevormd en bestaat uit twee grote bestanden:

  • een eerste bestand bestaat uit het archief dat oorspronkelijk werd gevormd door het gouvernement-generaal van Congo, de zogeheten Administration d’Afrique [Afrika-administratie] waaronder ook de mandaatgebieden (later voogdijgebieden) Rwanda-Burundi vielen, evenals door diens rechtsvoorganger het “Gouvernement local” [Plaatselijk gouvernement] van de Congo Vrijstaat (ongeveer 6 strekkende kilometer);
  • een tweede bestand omvat het archief dat werd gevormd door het voormalige ministerie van Koloniën in Brussel, de zogeheten Administration métropolitaine [Bestuur in het Moederland] en door diens rechtsvoorganger, het embryonale Gouvernement Central [Centraal gouvernement] van de Congo Vrijstaat, evenals dat van de rechtsopvolgers (ministerie van Congo en Rwanda-Urundi en ministerie van Afrikaanse Zaken) (ongeveer 3,5 strekkende kilometer).

Het Afrika-archief omvat ook:

  • het kabinetsarchief van de vast aangestelde ministers;
  • het archief van de buitendiensten van de Administration d’Europe [Bestuur in Europa], zoals het Koninklijk Museum voor Belgisch-Kongo of de Koloniale School/School voor Administratie van Belgisch Congo en van Rwanda-Urundi;
  • archief van organismen naar koloniaal recht zoals het Fonds Reine Élisabeth pour l’Assistance médicale aux Indigènes (FOREAMI) [Fonds Koningin Elisabeth voor de geneeskundige hulp aan de inlanders] of het Fonds du Bien-Être indigène (FBEI) [Fonds voor het Inlands Welzijn];
  • archief van organismen naar Belgisch recht zoals de Académie royale des Sciences d'Outre-Mer [Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen], het Institut de Médecine tropicale [Instituut voor Tropische Geneeskunde] en SABENA;
  • archief van overlegorganen zoals de Conseil colonial [Koloniale raad]/Conseil de Législation [Raad van wetgeving];
  • privéarchief over de koloniale periode.

4. Wat is het verschil tussen “Koloniaal archief” en “Afrika-archief”?

In België worden twee termen gebruikt om het historisch archief aan te duiden over de Belgische aanwezigheid in Midden-Afrika. Nu eens spreekt men over “Afrika-archief”, dan weer over “koloniaal archief”. De term “koloniaal archief” behelst een breder spectrum van archiefvormers.

Volgens het Rijksarchief betreft het “koloniaal archief” overheids- en privéarchief uit de koloniale periode in Congo (1885-1960) en uit het Belgisch Bestuur van Rwanda-Urundi (1916-1962).

De term “Afrika-archief” betreft het “koloniaal archief” dat wordt bewaard door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken en dat momenteel wordt overgebracht. De benaming refereert aan de laatste rechtsopvolger van de bevoegdheden van het ministerie van Koloniën, namelijk het ministerie voor Afrikaanse Zaken. Toen dit in 1960 werd opgeheven, richtte de archiefdienst van het ministerie van Buitenlandse zaken een eigen “Afrikaanse” afdeling op voor de bewaring van het Afrika-archief.

5. Is de toegankelijkheid van het Afrika-archief dat momenteel wordt overgebracht verzekerd?

Beide partners hebben zich ertoe verbonden ervoor te zorgen dat overbrengingsoperaties slechts een beperkte impact zouden hebben op de raadpleegbaarheid van het archief. Het archief dat nog wordt bewaard bij de FOD Buitenlandse Zaken wordt door de archiefdienst van de FOD in zijn leeszaal ter beschikking gesteld, samen met de documenten die verwerkt worden. Bij de verhuis naar ARA2 zal elk archiefbestand maximaal twee weken niet beschikbaar zijn. De raadpleging van de bestanden die reeds werden overgebracht naar ARA2 werd tot dusver steeds verzekerd, en dit binnen de 24 tot 48 uur na de verhuis.

6. Wat zijn bij het Rijksarchief de raadplegingsvoorwaarden voor het Afrika-archief ?

Zoals voor andere archiefbestanden die bij het Rijksarchief worden bewaard, is Afrika-archief dat minstens 30 jaar oud is vrij raadpleegbaar, met uitzondering van:

  • documenten die persoonsgegevens bevatten (en a fortiori persoonlijke dossiers), zoals bepaald door de kaderwet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (die de AVG omzet).
  • geclassificeerde documenten. Het Rijksarchief verbindt zich ertoe vooraf na te gaan of de dossiers die voor raadpleging worden opgevraagd geclassificeerde documenten bevatten. Desgevallend zal via ad hoc kanalen worden gevraagd om ze te declassificeren, zoals bepaald in de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.

7. Welke archieftoegangen zijn beschikbaar in de leeszaal van het ARA2?

Voor alle bestanden van het Afrika-archief die naar het ARA2 werden overgebracht, is er een toegang. In afwachting van de publicatie ervan zijn alle voorlopige inventarissen in de leeszaal van het ARA2 beschikbaar op papier, met uitzondering van :

  • de collectie “cartotheek” waarvan de databnk vrij raadpleegbaar zal worden gemaakt op een computer in de leeszaal van ARA2;
  • de databank van de reeks “registres de la matricule” [registers met de stamboeknummers] uit het bestand “dossiers généraux et individuels du Personnel d’Afrique” [algemene en individuele dossiers van het Afrikapersoneel] met de identificatie van zowat 10.000 ambtenaren, beambten en officieren en onderofficieren van de Congo Vrijstaat: deze databank zal vrij raadpleegbaar worden gemaakt op een computer in de leeszaal van ARA2;
  • de databank met zowat 80.000 individuele dossiers van het Afrikapersoneel (bestanden “Métropole” [Moederland], “Colonie” [Kolonie] en “Kinshasa” die niet vrij raadpleegbaar zijn uit hoofde van de wet op de privacybescherming en de bescherming van persoonsgegevens.

Voor raadpleging van gegevens over het Afrikapersoneel moet vooraf een aanvraag worden ingediend, per e-mail aan agr_ar_2@arch.be.

8. Waarom maakt het Rijksarchief nieuwe inventarissen ter vervanging van de bestaande archieftoegangen?

De overgrote meerderheid van het Afrika-archief dat nog wordt bewaard bij de FOD Buitenlandse Zaken of dat reeds werd overgebracht naar het ARA2 beschikt reeds over een toegang die in het kader van de overbrengingsoperaties werd opgesteld door de archiefdienst van de FOD Buitenlandse Zaken of door het Rijksarchief. De nieuwe archieftoegangen en deze die door het Rijksarchief werden aangepast, zullen ook beschikbaar zijn in de leeszaal van het ARA2, in afwachting van publicatie door het Rijksarchief en van hun integratie in de online zoekrobot.

In het protocolakkoord tussen beide partners is immers voorzien dat het Rijksarchief alle bestaande archieftoegangen zal updaten om de internationale archiefnormen te kunnen naleven. De archiefbestanden die nog geen toegang hebben, zullen worden geïnventariseerd. Alle nieuwe inventarissen zullen naarmate ze worden gepubliceerd online worden gebracht op de websites van beide instellingen, zodat iedereen – zowel onderzoekers als particulieren – er in België en het buitenland toegang toe heeft. In elke inventaris zullen concordantietabellen de oude archiefnummers vermelden die in voege zijn bij de FOD Buitenlandse Zaken (nummers van de portfolio’s en dossiernummers), samen met de nieuwe archiefnummers die werden toegekend door het Rijksarchief.

9. Welke instrumenten zijn beschikbaar voor het identificeren van het archief over de Belgische aanwezigheid in Midden-Afrika (1885-1962) dat in België wordt bewaard?

In afwachting van de publicatie van de bronnengids over de Belgische koloniale geschiedenis, voorzien voor 2020 (gerealiseerd in samenwerking tussen het Rijksarchief en het Afrikamuseum) kunnen onderzoekers reeds beschikken over een aantal hulpmiddelen op papier of op het internet.

Voor het archief dat wordt bewaard in overheids- of privéarchiefdiensten – waaronder de 19 vestigingen van het Rijksarchief – moet een onderzoeker vooreerst kijken in de uitgave van 2017 van de “Bronnen voor de studie van het hedendaagse België. 19e-21e eeuw”, een publicatie van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, uitgegeven door de professoren Patricia Van Den Eeckhout en Guy Vanthemsche.

In 2017 werd ook een Franstalige uitgave gemaakt van dit aangevulde encyclopedisch en archivalisch naslagwerk, dat sinds de eerste uitgave van 1999 echt onontbeerlijk geworden is. De “Bronnen voor de studie van het hedendaagse België. 19e- 21e eeuw” hebben zoals gebruikelijk – naast de hoofdstukken over onder meer het ministerie van Koloniën, de FOD Buitenlandse Zaken, het Archief van het Koninklijk Paleis of het archief van ondernemingen en privépersonen – twee uitvoerige indexen op persoonsnamen en onderwerpen (G. Vanthemsche & P. Van den Eeckhout (ed.), Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19e-21e eeuw, 2 vol., Brussel, 2017, 1.844 p.).

Voor het privéarchief dat in Vlaanderen en Brussel wordt bewaard door privéarchiefdiensten bestaan twee online zoekrobotten die ook beschikbaar zijn in het Engels: Archiefbank Vlaanderen en ODIS. Ze worden permanent geüpdatet.

Voor de bestanden van het Algemeen Rijksarchief en het Algemeen Rijksarchief 2 - Depot Joseph Cuvelier heeft het Rijksarchief in 2012 een zoekwijzer over het koloniaal archief gepubliceerd, gerealiseerd door Lien Ceûppens en Guy Coppieters. De zoekwijzer is vrij raadpleegbaar online.
De zoekwijzer geeft details over archief dat werd gevormd door het parlement, de rekenkamer, de ministeries, andere overheidsdiensten, bedrijfsarchieven, privépersonen en collecties van kaarten en plattegronden.

De gids “Les archives de particuliers relatives à l’histoire de la Belgique contemporaine” van Marc D’Hoore is ouder (1998), maar geeft met talrijke biografische gegevens details over het privéarchief dat wordt bewaard bij het Algemeen Rijksarchief in Brussel. De overgrote meerderheid van de verwervingen van privéarchief over de koloniale tijd dateert trouwens van lang geleden en dat archief is dus zeker opgenomen in de gids van Marc D’Hoore (M. D’Hoore, Archives de particuliers relatives à l’histoire de la Belgique contemporaine (de 1830 à nos jours), Brussel, 1998, 2 vol.).

Via de zoekrobot van het Rijksarchief kunnen aan de hand van de archiefoverzichten van de 19 vestigingen archiefbestanden, reeksen en zelfs dossiers per archiefnummer worden geïdentificeerd. Voor het Archief van het Koninklijk Paleis moet de onderzoeker in eerste instantie terugvallen op een oude maar waardevolle inventaris: de “Inventaire des archives relatives au développement extérieur de la Belgique sous le règne de Léopold II”, in 1965 gepubliceerd door Émile Vandewoude (E. Vandewoude, Inventaire des archives relatives au développement extérieur de la Belgique sous le règne de Léopold II, Brussel, 1965, 298 p.).

Het Afrikamuseum geeft op zijn website een volledig overzicht van het archief van privépersonen, ondernemingen of instellingen, en op de website staan ook talrijke archieftoegangen in pdf.
Het privéarchief over de koloniale expansie van België kwam in 1997 aan bod in een gids die nu een update zal krijgen (P. Van Schuylenbergh, La mémoire des Belges en Afrique. Inventaire des archives historiques privées du MRAC de 1858 à nos jours, Brussel, 1997, 149 p.).

www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement