Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

Processen van het Leenhof van Brabant geïnventariseerd, 1434-1795

Texte petit  Texte normal  Texte grand
05/03/2020 - Inventarisatie - Publicaties - Rijksarchief te Brussel

In het archief van het Leenhof van Brabant, bewaard in het Rijksarchief te Brussel, bevinden zich o.a. bijna 3.000 processen die gevoerd werden tussen 1434 en 1795. Tot voor kort bestond van deze processen enkel een handgeschreven inventaris uit de 19e eeuw. Archivaris Harald Deceulaer bewerkte deze tot een nieuwe inventaris, met een uitgebreide historische inleiding, en legde ook verbanden met de procesdossiers van de Raad van Brabant.

De processen gaan grotendeels over leenverhef, erfeniskwesties, naderschap of naasting (retrait lignager, een soort recht van voorkeur voor verwanten bij een verkoop), renten op lenen, vruchtgebruik of heerlijke rechten. Ze bevatten vele biografische gegevens over edellieden en heren uit het hertogdom Brabant en de Landen van Overmaas. Soms gaan de betwistingen over gehuchten of stukken grond met oude, vergeten namen. Voor de toponymie en de lokale geschiedenis zijn deze procesdossiers dan ook erg interessant.

Omdat het Leenhof van Brabant zeker tussen de 15e en 17e eeuw ook als beroepsrechtbank fungeerde voor sommige schepenbanken, komen er voor die periode ook allerlei interpersoonlijke conflicten voor, zoals beledigingen, diefstal, geweld, schulden, schadevergoeding,… Deze komen vooral uit plaatsen waar de schepenbank in beroep ging bij het Leenhof, zoals Deurne bij Antwerpen, Rode, Alsemberg, Linkebeek, Dworp, Beersel, Berlaar en Duffel.

Maar wat was eigenlijk een leenhof? Een leenhof was bevoegd voor de registratie van transacties en de regeling van conflicten over ‘leengoederen’. Het ging dan meestal om onroerend goed (gronden, kastelen), maar ook om rechten die tot inkomsten konden leiden, zoals tollen, jacht- en visrechten, verplichtingen van jaarlijkse leveringen,… Die leengoederen waren in het feodale systeem in de loop der eeuwen ‘in leen gegeven’ door een ‘leenheer’ (meestal de vorst) aan ‘leenmannen’. Een leenman was wel de eigenaar van het leengoed en kon het verkopen of doorgeven aan zijn erfgenamen, maar bij die transacties moest de nieuwe leenman een belasting betalen aan de leenheer (in dit geval de vorst), en ‘leenhulde’ doen. Traditioneel ging dit gepaard met een ceremonie waarin de leenman blootshoofds zijn handen in die van de leenheer legde en een eed van trouw aflegde. Maar zeker vanaf het midden van de 18e eeuw was dit voornamelijk een administratieve handeling. In een leenhof werden die transacties en leenhulden geregistreerd.  

Het Leenhof van Brabant was tijdens het ancien régime het hoogste ‘registratiekantoor’ en de hoogste rechtbank van het hertogdom Brabant en de Landen van Overmaas voor zogenaamde ‘leengoederen’. Het Leenhof was ook bevoegd voor rechtszaken over deze leengoederen (ook al gebeurde dit in de loop van de 17e en 18e eeuw steeds vaker door de Raad van Brabant). Het Leenhof was tevens een beroepsrechtbank voor alle lagere leenhoven in het hertogdom Brabant.

De inventaris

De inventaris is in papieren versie voor € 22,00 te koop in het Rijksarchief te Brussel en in de archiefwinkel van het Algemeen Rijksarchief of kan besteld worden via publicat@arch.be. Je kan de inventaris ook gratis downloaden door te klikken op de titel hieronder of de inventaris raadplegen via onze zoekrobot.

GAILLARD Arthur, (bewerkt door) DECEULAER Harald, Inventaris van het archief van het Leenhof van Brabant : Processen (1434-1795), reeks Inventarissen Rijksarchief Brussels Hoofdstedelijk Gewest nr.  91, publicatienummer 6043, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2019, 460 p., € 22,00.

www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement