Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

Een lichaam voor de wetenschap … in 1613!

Texte petit  Texte normal  Texte grand
17/06/2016 - Inventarisatie - Rijksarchief te Beveren

Sinds Andreas Vesalius en zijn De humani corporis fabrica (1543) werd het belang van dissecties voor de studie van de menselijk anatomie erkend en vonden publieke secties plaats in de academische sfeer, al dienden ze vooral “tot lering en vermaak”. Maar het kon ook anders. Bij het herinventariseren van de reeks testamenten in het archief van het Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekapittel stootte archivaris Michel Oosterbosch van het Rijksarchief te Antwerpen-Beveren op een nogal lugubere passage in de uiterste wilsbeschikking van de 68-jarige Emanuel Philippus Trognesius.

Trognesius was kanunnik in de kathedraal sinds 1572 en was voordien nog een tijdlang boekverkoper geweest in Het Gulden Kruis aan het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof in Antwerpen.

Precies een week voor zijn dood op 4 januari 1614 bepaalde hij in een codicil bij zijn testament, “tot meerder gerustheyt ende beter verantwoorden” van zijn executeurs-testamentair, dat vierentwintig uur na zijn dood de hersenen uit zijn schedel moesten worden verwijderd. De schedel moest worden gewassen met lauw water. Vervolgens moest een chirurgijn zijn lijk openleggen en de ingewanden zorgvuldig onderzoeken, om zodoende bij de maagingang de oorzaak van Trognesius’ ziekte te achterhalen. Hij drukte daarbij expliciet de hoop uit dat hierdoor andere patiënten geholpen mochten worden. De ingewanden dienden door de grafmaker bij nacht en in het geheim begraven te worden in een kistje op het klein kerkhof, onder de zerk van Jacob vander Heyden, munter, waar ook Trognesius’ moeder, Catherina vander Heyden, rustte. Het lichaam zelf – met of zonder schedel? – moest worden gebalsemd met sterke mirre en aloë zonder komijn, en bijgezet onder de toren in de Onze-Lieve-Vrouwekerk, waar hij reeds zijn zerk had laten plaatsen. Trognesius had ook al zijn doodskist bij zich in huis staan, een wel erg overtuigend memento mori …

Met dank aan Michel Oosterbosch en Marie Juliette Marinus van het Felixarchief Antwerpen!

www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement