Rijksarchief in België

Ons collectief geheugen !

FR | NL | DE | EN
Menu

Adel in het graafschap Loon

Texte petit  Texte normal  Texte grand

Inhoud

Het thema adel is steeds een constante geweest in het historiografisch debat in de Lage Landen, met hoogtepunten in de jaren 1970 en begin van de jaren 1980. Na een korte periode in de vergetelheid nam de interesse in de tweede helft van de jaren 1990 opnieuw toe onder impuls van het onderzoek naar de opkomst van de centrale staat, naar de betekenis en de rol van de adel en het belang van de hofcultuur in de vorming van een nieuwe adellijke hiërarchie. Dit onderzoek heeft tot vandaag nog niet aan populariteit ingeboet. In dit kader kwamen verschillende thema’s aan bod zoals de relatie tussen de vorst en de edelen, de rol van de ambtenaren, de machtsstructuren en sociale verhoudingen, de banden met de stad, enz.

Deze studie is gericht op het onderzoek van de adel in het graafschap Loon van de 14de eeuw tot het begin van de 16de eeuw. Het graafschap Loon biedt de mogelijkheid om de adel vanuit een uniek perspectief te bestuderen. Loon zat gekneld tussen twee grootmachten, Brabant en Luik, die elk hun invloed op het  graafschap wensten uit te breiden. Deze positie bood de Loonse graven bijzondere mogelijkheden en stond hen toe de tegenstelling tussen de hertogen van Brabant en bisschoppen van Luik ten voordele van hun eigen positie aan te wenden. Anderzijds was er een duidelijke invloed van beide vorstendommen op het graafschap.  Deze bleef ook na de aansluiting van Loon bij Luik in 1366 op de achtergrond aanwezig en bereikte in de loop van de 15de eeuw onder druk van de Bourgondische hertogen een nieuw hoogtepunt.

Een tweede bijzonderheid is  de afwezigheid van grote steden. Hasselt groeide als hoofdplaats uit tot de grootste stad, maar bleef in vergelijking met de Brabantse steden qua omvang beperkt. Dit had uiteraard invloed op de machtsverhoudingen tussen vorst, edelen en steden, met onder andere een sterke afhankelijkheid van de vorst t.a.v. zijn feodale achterban. Het prinsbisdom Luik daarentegen beschikte wel over een sterke stedelijke traditie, waarin de stad Luik een dominante positie bekleedde.

Op institutioneel vlak werd het graafschap gekenmerkt door een sterk vertraagde ontwikkeling. In 1366 werd het een onderdeel van het veel sterker centraal uitgebouwde vorstendom Luik. Toch bleef het graafschap ten dele haar institutionele zelfstandigheid behouden, wat ‘Loonse edelen’ in vergelijking met hun Luikse tegenhangers bijzondere mogelijkheden bood.   

Het onderwerp van dit onderzoek is de machtspositie van de edelen in het graafschap Loon. Er wordt onderzocht in welke mate de adel van de hoger geschetste omstandigheden gebruik heeft kunnen maken om haar invloed, macht en rijkdom te vergroten. Anderzijds zal worden nagegaan wat de impact was van de specifieke politiek-institutionele en sociaal-economische context op de vorming, de structuur en de evolutie van de ‘Loonse adel’. Hiermee samenhangend wordt een tweede historiografisch probleem aangesneden, meer bepaald de vermeende integratie van Loon bij Luik.  In hoeverre is er sprake van een Loonse identiteit of ontstonden er andere niveaus van samenwerking? En wat was het aandeel van deze edelen hierin?

Het onderzoek beslaat vijf grote onderdelen. In een eerste hoofdstuk wordt het ‘wezen’ van de Loonse edelen behandeld en de verschillende processen die invloed hadden op de samenstelling, de evolutie en dynamiek van deze ‘groep’. Het tweede handelt over de institutionele context en de rol van de Loonse edelen in de centrale instellingen. In het derde hoofdstuk wordt de ambtsvorming in het graafschap Loon besproken, waarbij de relatie tussen vorstelijke dienst en de sociogenese van de adel aan bod komt. Vervolgens wordt ingegaan op de bezits- en huwelijkspolitiek. In het laatste onderdeel zal de rol en het belang van militaire dienst toegelicht worden, met bijzondere aandacht voor de talrijke conflicten die tijdens de onderzochte periode plaats vonden.

Met deze studie trachten we tegemoet te komen aan de lacunes in het lopende adelonderzoek in de Nederlanden en de vele leemtes in de Loonse geschiedenis op te vullen. Het laatste standaardwerk over dit middeleeuwse graafschap, was immers het proefschrift van Jean Baerten, bijna een halve eeuw oud.

Partners

Dit project kon worden uitgevoerd dankzij kredieten van de Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid.

Het wetenschappelijk comité bestaat uit prof. dr. Erik Aerts, coördinator van de onderzoekseenheid geschiedenis van de KU Leuven en de rijksarchivarissen dr. Herman van Isterdael en dr. Thys Lambrecht.

Medewerkers

Johan van der Eycken.

Publicaties

VAN DER EYCKEN J., Overzichten van de archieven en verzamelingen van het Rijksarchief te Hasselt, 2. Archieven van overheidsinstellingen tot 1795. 2dln, Brussel, Algemeen Rijksarchief, 2012, Gidsen, 81.

Nieuws

Momenteel geen nieuws over dit lopend onderzoek.
www.belspo.be www.belgium.be e-Procurement